In zijn boek ‘Waking up’ maakt neurowetenschapper Sam Harris een sterk punt. Als wij iemand op straat tegen zichzelf horen praten, zo schrijft hij, dan noemen we die persoon gestoord. Daarom houden wijzelf de kaken stijf op elkaar. We willen niet voor gek versleten worden. We zijn sociaal misschien aangepaster, maar ondertussen kakelen wij binnensmonds wel onophoudelijk tegen onszelf. De hele dag door, slechts onderbroken door een slaapje. Zijn wij eigenlijk niet net zo gek als die man op straat?
Is het je wel een opgevallen? We mijmeren continu over wat gebeurd is, wat we moeten doen en wat we liever zouden doen. Het meest vreemde hiervan is dat we meestal niet door hebben dat we het doen. Het is een automatisme waar we blind voor zijn. Niet elke geest doet dat op dezelfde neurotische manier, maar als we jouw gedachten realtime op een scherm zou kunnen plaatsen, dan zou je je waarschijnlijk kapot schamen. Jouw innerlijke monoloog klinkt net zo waanzinnig als die van de man die op straat tegen zichzelf praat.
Vraag je je nooit eens af: tegen wie praat jij nu eigenlijk? Wie praat hier nu met wie? En waarom die eindeloze herhalingen van precies dezelfde gedachten, uitspraken en nutteloze mantra’s. We zijn zo gewend aan die automatische gedachtestroom, dat het aanvankelijk lastig te herkennen is, laat staan het te veranderen. Deze tranceachtige toestand waarin we ons leven doorbrengen wordt ook wel het defaultnetwerk (terugvalnetwerk) van het brein genoemd: de standaard toestand van het brein als het niet ergens mee bezig is, maar dagdroomt, mijmert, tobt en piekert.
Als je de inhoud van die innerlijke monoloog analyseert zou je erachter komen dat onze geest onophoudelijk naar verlichting van verveling en eenzaamheid zoekt en problemen probeert op te lossen, ook wanneer het niet nodig is. Wat mensen zich niet realiseren is dat het precies die innerlijke monoloog is die geluk in de weg staat.
De meesten van ons proberen zoveel mogelijk prettige momenten aaneen te rijgen en het wachten daarop te minimaliseren. Onze hele maatschappij en economie is er op ingericht. Tegenwoordig zijn we bewapend tegen allerlei geestdodende en eenzame momenten. Wachtend op een leeg en grijs treinstation met niemand in de buurt om mee te praten, kunnen we meteen naar onze smartphone grijpen om de tijd doden met muziek, nieuws, spelletjes of (digitale) gesprekken. We zitten zelden alleen met onze gedachten. We zijn bijna ieder moment druk bezig het volgende moment alweer in te vullen. Oké, de koffie is op, en nu? Facebook, sport, seks, het café, tv, een boek, eten, drugs, bioscoop, muziek? In het gunstigste geval vergeet je jezelf weer even en ga je even helemaal op in wat je op dat moment aan het doen bent. Een potje tennis, het kijken naar een zonsondergang of het lezen van dit stuk bijvoorbeeld. Die toestanden betitelen we achteraf als prettig of gelukkig. Op het moment dat je beseft dat je gelukkig bent, komt de geest alweer in actie door na te denken hoe het dit mooie moment kan vasthouden of terughalen.
Uiteraard merk je op een gegeven moment dat zowel de dagelijkse pleziertjes als de bijzondere geluksmomenten van nature vluchtig zijn. Voor je het weet, is het alweer voorbij. Het beste dat je kunt doen is die plezierigheden te herhalen en te genieten van de voorpret wanneer je je volgende activiteit plant of najaagt. Het is die onophoudelijke zoektocht naar pleziertjes en de drang om verveling, eenzaamheid en onzekerheid te verdrijven die ons voortjaagt.
Misschien ben jij niet officieel verslaafd aan drugs, drank en gokken, maar ook jij bent waarschijnlijk wél verslaafd aan specifieke activiteiten, rituelen, genotsmiddelen of personen. Als je de inhoud van je bewustzijn observeert zul je merken hoezeer ook jouw geest leunt op (het nadenken over en het bezig zijn met) zaken waar je niet zonder kunt: liefde, seks, eten of sport bijvoorbeeld. We merken de symptomen van een verslaving wanneer we die niet kunnen bevredigen. Ik herinner me ooit hoezeer ik van slag was omdat mijn favoriete puddinkje niet meer werd verkocht in mijn supermarkt. Mijn huidige verslaving om de dag succesvol door te komen is koffie. Soms voel ik pas rust als ik koffie heb gehad.
Verveling en onrust zijn de eerste symptomen van een afhankelijk brein. Op het moment dat we onze behoeften niet kunnen bevredigen, komen lichaam en geest meteen in opstand. Het lichaam wordt een bron van spanning en de geest kan zich nog maar nauwelijks focussen op de taak voorhanden. Alleen een volgende rush lijkt die spanning te kunnen verlichten.
Natuurlijk zijn de meeste verslavingen en obsessies niet gevaarlijk of slecht voor je, maar ze vormen uiteindelijk wel een serieus obstakel voor het ervaren van vrede en geluk. De onbewuste onderstroom van gejaagdheid – het steeds maar bezig zijn met de volgende roes of high – maken je minder ontvankelijk voor de magie van het huidige moment zelf.
Wanneer zijn mensen het gelukkigst?
Onderzoeker Matt Killingsworth wilde onderzoeken waar de aandacht is als mensen in hun normale dagelijkse op hun gelukkigst zijn. Hij ontwikkelde een simpele app om dit te testen. Telkens als een piep afging rapporteerden proefpersonen wat ze deden, hoe gelukkig ze waren en waar ze aan dachten. De resultaten verbaasden hem. Het maakte namelijk bar weinig uit wat de proefpersonen deden, als ze hun aandacht er maar bij hadden. Geluk blijkt vooral een ‘hier en nu’-ding, onafhankelijk van de bezigheid. Of het nou afwassen, eten of seksen is mensen die hun aandacht erbij houden ervoeren meer geluk.
Een kritische geest zou kunnen tegenwerpen: ‘Ho, eens even, dit onderzoek zegt niet zoveel. Het is sowieso logisch te veronderstellen dat gelukkige mensen minder piekeren en nadenken. Geluk zorgt ervoor dat mensen minderen piekeren, en niet andersom.’ Killingsworth. een echte wetenschapper, testte uiteraard ook de richting van het verband. Hij kwam erachter dat mensen daadwerkelijke gelukkiger worden vanaf het moment dat ze hun aandacht bij het moment houden.
Op het moment dat we in gedachten verzinken, gaat de aandacht al snel naar onplezierige zaken. Zorgen, angsten, twijfels, over wat we missen of wat er mis zou kunnen gaan. Hoe we ook over ons verleden nadenken, hoezeer ons verleden ons ook heeft gevormd, als het gaat om onze directe ervaring dan is het altijd nu. Het feit dat wij dat niet zo ervaren is de allergrootste bron van spanning en stress. We herleven onnodig de last van het verleden en zorgen over de toekomst terwijl we er net zoals als een droom uit kunnen ontwaken.
Hoe je ook het wendt of keert, het hier en nu is eigenlijk het enige dat je echt hebt. Dit is een feit dat de mens – of eigenlijk ons brein – helaas met veel succes heeft leren negeren. Kijk om je heen: de meeste mensen lijken in hun hoofd te leven, zonder echt oog te hebben voor hun directe omgeving en de mensen met wie ze die omgeving delen.
Het goede nieuws: het staat je vrij – op ieder moment – om die automatische trancetoestand te doorbreken en aandacht te hebben voor het echte leven.
Waarschijnlijk sta je nog niet te juichen, maar dit is dus erg goed nieuws. Het betekent dat je ten allen tijde een instrument hebt om uit de misère van je gedachten te ontsnappen. Je moet dit instrument alleen leren gebruiken en trainen. Toevallig is daar een ‘tak van sport’ voor ontwikkeld: het heet mindfulness- meditatie. En het werkt. (Zonder dat je er allerlei new age-onzin voor hoeft te geloven.)
Psycholoog, (relatie)therapeut, schrijver. Zoekend naar antwoorden op lastige levensvragen. Meestal tevergeefs. Meer info: marcelinolopez.nl.
Lees ook eens zijn boeken:
Liefdesgedoe (2018)
Liefde in Tijden van Facebook (2012).
1 reactie
En waarom die eindeloze herhalingen van precies dezelfde gedachten, uitspraken en nutteloze mantra’s.(? Geen vraagteken meer bij een vragende zin?)
We zijn zo gewend aan die automatische gedachtestroom, dat het aanvankelijk lastig te herkennen is, laat staan het te veranderen.