De wetenschap achter geluk, liefde en andere waanzin Over geluk, liefde en andere waanzin
(CREDITS)
Psychologie onder de loop. Credits: Emiliano Vittoriosi.

Geluk kun je niet najagen, je kunt het alleen maar zijn

‘Geluk proberen te beschrijven, is het vernietigen.’ – Stendhal, Frans schrijver

Wist je dat de duisternis eigenlijk niet bestaat? Als ben je er nog zo bang voor, duisternis is eigenlijk niets anders dan een gebrek aan licht. Het feit dat er een apart zelfstandig naamwoord voor de afwezigheid van iets bestaat – zoals duisternis – betekent niet dat datgene echt bestaat.

En neem woorden als leegte, stilte en vrijheid. Iedereen weet wat je daarmee bedoelt, maar datgene waarnaar die woorden verwijzen bestaat niet als concreet, aanwijsbaar ding in de werkelijkheid. Leegte is simpelweg de afwezigheid van iets anders, stilte de afwezigheid van geluid en vrijheid de afwezigheid van ketenen. Duisternis, leegte, stilte en vrijheid bestaan niet als zodanig, alleen als woorden. ‘Boeien!’ denk je vast. Je zit vast niet te wachten op dit soort filosofische woordspelletjes, maar ik wil aantonen dat sommige non-woorden ongelukkig kunnen maken. Een woord als ‘geluk’ laat ons een illusie najagen.

De inspirerende oneliners waar populaire zelfhulpgoeroes zo om geroemd worden, bestaan al te vaak uit onmogelijke suggesties en onhaalbare illusies gebaseerd op woorden: Laat het los, leef in het nu, geniet, ontspan, wees jezelf, accepteer je leven, hou van jezelf, wees de vrede die je graag in de wereld ziet, enzovoorts. Het klinkt allemaal leuk en aardig, maar diegene die deze suggesties letterlijk probeert op te volgen, ervaart direct de onmogelijkheid ervan. Het najagen van zo’n toestand is juist het wegjagen van die toestand.

Welke methode bestaat er om jezelf te zijn? Ben je niet altijd jezelf? En wat kun je actief doen om te ontspannen? Er is niets dat je actief kunt doen om ontspanning, acceptatie of vergeving direct te bereiken. (Hoogstens indirect door jezelf moe te maken bijvoorbeeld.) Dit maakt werkwoorden als loslaten en ontspannen heel anders dan tuinieren of boksen. De inspanning om te ontspannen duidt er juist op dat die ontspanning een farce is, net zoals wanneer iemand zegt: ‘Ik ben godverdomme superontspannen!’ Of, in het geval van krampachtige acceptatie: ‘Ik ben helemaal voor gemixte scholen! Alleen niet voor mijn kind want die is namelijk hoogsensitief en ik wil hem niet verpesten.’ Het is niet meer dan een woordspelletje.

Wat is ontspanning anders dan een gebrek aan inspanning? Wat is acceptatie of vrede meer dan een gebrek aan weerstand’? En wat is loslaten anders dan er niet meer aan vastklampen? En wat is geluk anders dan een afwezigheid van ongeluk?

Definitie van geluk
Je kunt er mooie, ingewikkelde theorie op loslaten, maar geluk bestaat in de praktijk uit tevredenheid met het leven zoals het zich in het hier en nu aan je aandient. Het kenmerkt zich door de afwezigheid van zorgen en angsten over toekomst en verdriet en schuldgevoelens over wat geweest is. Het woord ‘geluk’ is vooral een verzamelwoord voor de afwezigheid van verschillende vormen van lijden en zoeken. De vrijheid van dat zoeken en lijden is wat mensen vervolgens spontaan als geluk en vrede ervaren.

Kritische lezers zullen vast bezwaar maken tegen mijn ‘negatieve’ definitie van geluk, maar het is die definitie die ons kan helpen het geluk in ons eigen leven beter te herkennen en te begrijpen. Ik geef hieronder drie (door jouzelf verifieerbare) feiten om dit duidelijk te maken.

Geluk is altijd een subjectieve ervaring, geen objectief ding
Lichamelijke gezondheid wordt weleens vergeleken met geestelijk welzijn, toch is er een essentieel verschil. Lichamelijke gezondheid is meestal merkbaar aan de afwezigheid van ziekte en pijn. Toch kun je doodziek zijn zonder dat je daar subjectief weet van hebt. Sterker nog: iemand kan een tumor onder de leden hebben en daar aanvankelijk niets van merken. Dit gaat uiteraard nooit op voor een gevoel van somberheid of vreugde. Iemand die ongelukkig is, weet meteen: ‘Oh jee, ik ben ongelukkig!’ Een tumor is een concreet aanwijsbaar ding in je brein, een ongelukkige stemming is dat niet (ondanks dat het zijn sporen in je hersenen achterlaat). Je kunt de hele dag piekeren en jammeren, op het moment dat je gefocust in je sudoku-boekje zit te puzzelen, is dat lijden even weg. Geluk ontstaat als de drang om het heden te veranderen er niet is.

Geluk ontstaat spontaan als de zoekende geest tot stilstand is gekomen
Een vriend van mij zag het grote geluk als het hebben van een goede relatie. Hij was extreem gefrustreerd en cynisch geworden door een langdurig gebrek aan intimiteit en seks. Het werd een obsessie voor hem: vrouwen ontmoeten werd zijn belangrijkste levensdoel. Helaas leidde dat jarenlang niet tot een relatie, maar wel tot meer cynisme over vrouwen. ‘Die willen alleen maar zo’n eikel met goeie looks of geld.’ Hoe zuur hij meestal ook was, in de praktijk was hij af en toe best gelukkig wanneer die drang naar een vrouw – om welke reden ook – even verdwenen was. Als hij las, sportte of voor vrienden kookte bijvoorbeeld.

Dit is een betekenisvol onderscheid: het was niet per se de seks of intimiteit was die voor deze man noodzakelijk was om gelukkig te zijn, wat wel noodzakelijk was is dat die voortdurende onrust zelf even verdwenen was. Want het was die achterliggende gejaagdheid die hem belette om van zijn leven in het hier en nu te genieten. In het geval van de vriend, was het aanvankelijk niet een nieuwe vriendin die hem structureel minder liet lijden, maar een nieuwe hobby die hij serieus oppakte: zingen. Hij had een stem als een dijk en door het zingen was hij minder gepreoccupeerd met het gebrek aan vriendin, en een stuk gelukkiger. (Hij ontmoette zijn huidige vriendin overigens heel clichématig in het koor waar hij zong.)

Let er maar eens op in je eigen leven: het is in de praktijk altijd een gevoel van leegte of onvrede – in welke vorm het ook komt, zoals verdriet, eenzaamheid, onrust, pijn of haat – die je actief laat zoeken naar de bevrijding ervan. En hoe harder iemand vervolgens die toestand najaagt, hoe minder hij het ervaart. Die bevrijding van datgene wat iemand onrustig en ongelukkig maakt is vervolgens precies datgene wat diegene op dat moment als geluk ervaart. En of dat doel nou positief geformuleerd is (zoals het willen behalen van het rijbewijs) of negatief (het stoppen van eenzaamheid of spijt) maakt in de praktijk niet zoveel verschil. Beiden willen uiteindelijk van dat gejaagde gevoel af dat hun naar het einddoel laat verlangen. Elk doel wat wij echt willen bereiken, belooft dat, wanneer het een eenmaal gedaan is, wij eindelijk in vrijheid kunnen genieten van het leven.

Geluk als doel neemt de vorm aan die de geest als bevrijding van zijn ongeluk ziet
Een vrouwelijke kennis zei me ooit heel eerlijk: ‘Ik zou de gelukkigste vrouw ter wereld moeten zijn. Ik heb namelijk de leukste man ter wereld! Maar ja, dat vinden sommige andere vrouwen ook en ik ben constant bang hem te verliezen.’ Ik wil niemand woorden in de mond leggen, maar deze vrouw bedoelde volgens mij te zeggen: ‘Zonder die klotejaloezie zou ik ook gelukkig kunnen zijn op momenten dat ik niet kan controleren wat mijn man allemaal doet.’ Door haar angst haar man te verliezen zag zij geluk als de afwezigheid van jaloezie, want het was de jaloezie die haar levensgeluk vergalde. Of ze nu met haar man was of niet. De vriend uit bovenstaand voorbeeld zag het hebben van een relatie als geluk. In de praktijk was hij ook af en toe gelukkig zonder die relatie.

Geluk als na te jagen object neemt elke vorm aan die de ongelukkige geest als de bevrijding van zijn zoektocht ziet. Geld, seks, Nirvana, liefde, erkenning, rust. Dit zijn enkele typische doelen van een opgejaagde geest op zoek naar geluk. Geluk in de praktijk echter is simpelweg het (tijdelijk) wegvallen van die zoektocht. En het is daarbij niet noodzakelijk dat het verlangen wordt vervuld om gelukkig te zijn. Het kan uiteraard wel, maar het hoeft niet: wat wel noodzakelijk is dat het zoeken ernaar stopt. Op het moment dat je gelukkig hoef je even helemaal niks. Dan heb je je even overgegeven aan het enige moment dat er bestaat: het hier en nu.

Wat kunnen we leren van dit filosofische gehannes met het woord ‘geluk’? Je kunt geluk nooit als object najagen, je kunt het alleen maar zijn (als de zoektocht wegvalt). Geluk ontstaat spontaan als de onrustige of zoekende geest tot rust is gekomen. Als mensen gefocust bezig zijn in het hier en nu – of ze nou wandelen, puzzelen of schoonmaken – dan zijn ze zichzelf (en hun ellende) even vergeten. Dat zijn typische toestanden die mensen – meestal achteraf pas – als geluk betitelen.

Heb je iets aan dit bericht gehad?

Of draag je Psychologisch.nu een warm hart toe?

Misschien vind je het dan leuk om een donatie te doen!

Ja, ik doneer!
base-psy

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.