‘Einddoelen transformeren een willekeurige wandeling in een jacht.’ – Mihály Csíkszentmihályi, psycholoog
Als ik een buitenstaander moet uitleggen waarom ik kitesurf, en wat er zo verslavend aan is, weet ik het eigenlijk niet. Het voelt goed, maar waarom? Er gaan soms urenlange voorbereidingen in, waarbij ik files, regen, kou trotseer, alleen om een uurtje heen en weer te varen en tussendoor een paar sprongen te maken. Op zich is het een nogal nutteloze bezigheid – niet anders dan wanneer mijn oppashondje keer op keer dezelfde bal achterna waggelt. Waarom doe ik het? Om daarna uitgeput in mijn bank weg te zakken en de volgende dag spierpijn te hebben? Mmm, misschien heeft de psychologie een beter antwoord?
Waar de pijprokende oervaders van de psychotherapie zich obsessief bezighielden met neurosen en angsten, zijn psychologen van nu meer geïnteresseerd in positieve bewustzijnstoestanden. Deze zoektocht in de psychologie wordt heel toepasselijk Positieve Psychologie genoemd, en een van haar belangrijkste concepten is flow. Het was de Hongaarse psycholoog Mihály Csíkszentmihályi (hierna om overduidelijke redenen MC te noemen) die zich specialiseerde in deze gelukzalige hersensoestand. Hoewel het correct uitspreken van zijn naam voor hoofdpijn zorgt, was hij het die flow op de wetenschappelijke kaart zette. Zijn boek Flow uit 1975 beschrijft zijn bevindingen en werd een internationale bestseller.
Hij merkte in zijn onderzoek dat mensen het gelukkigst zijn als zij in een staat verkeren waarin ze helemaal opgaan in de activiteit waarmee ze bezig zijn. De mensen die hij interviewde, gebruikten bijna zonder uitzondering metaforen die te maken hadden met ‘stromend water’. Go with the flow. Ze hadden in hun gelukkigste momenten het gevoel alsof ze opgingen in een waterstroom – of het nou schilderen, dansen of hardlopen was. Surfen is dé bezigheid die de letterlijke betekenis van flow misschien nog wel het meest benaderd.
Flow ontstaat volgens MC wanneer je een doel in het hier en nu voor ogen hebt dat om al jouw focus vraagt, omdat het anders – als je even niet oplet – misgaat. Die hyperfocus geeft jou de mogelijkheid jezelf te vergeten, één te worden met wat je doet en daarbij elk gevoel van tijd te vergeten. Het gaat om een fysieke of intellectuele bezigheid, passend bij jouw skills, die het uiterste van je vraagt. Nét niet te moeilijk dus. Mensen die écht in de flow zitten vergeten vaak zelfs de noden van hun lichaam. Honger, dorst, zelfs botbreuken worden soms genegeerd omdat de activiteit in zichzelf zo belonend is. Het is topsporters nooit om de erkenning of het prijzengeld achteraf. Anders hadden ze het ook nooit volgehouden om dat niveau te bereiken: flow zelf is de hoofdprijs. Het heeft min of meer dezelfde uitwerking als cocaïne.
In je hersenen kunnen neuropsychologen die toestand duidelijk terugzien. Het brein stimuleert een enorme aanwas van norepinefrine, dopamine, endorfine, anandamide en serotonine. Die geven tezamen een toestand van extreme focus en geluk. En het is precies die rush die mensen verslaafd maakt aan hun sport of hobby. Hoewel het willen ervaren van flow datgene is wat kitesurfers zoals mij naar het water drijft, is niet iets dat ze makkelijk cadeau krijgen. De meeste surfsessies zijn lekker, maar niet per se bijzonder. Vaak is het zelfs teleurstellend. De wind valt weg op het moment dat je aankomt. Er zit zand in je pak. De stroming is te hard. Je hebt een aanvaring met een zandbank, of een vloekende badgast. Je valt keihard op je oor. Je vlieger scheurt.
Voor flow is iets extra’s nodig. Volgens MC, kun je het niet afdwingen of voorspellen wanneer het gebeurt. Het is een toestand die spontaan ontstaat wanneer alles op haast magische manier lijkt samen te vallen. Je fysieke gesteldheid is goed, je bent in de juiste stemming, er zijn goede vrienden in de buurt, een truc waar je maanden voor hebt getraind lukt ineens, het zonnetje breekt door. Ineens lijkt het alsof alles helemaal vanzelf gaat en jij niks verkeerd kunt doen. Flow is het versmelten met je omgeving. Flow klinkt bijzonder relaxt, maar soms gaan er dus maanden- of jarenlange voorbereidingen, spoelpartijen, teleurstellingen, gevloek en pijn aan vooraf voordat alles op z’n manier samenvalt. Je moet er wel je best voor doen.
Het tij keren: de kracht van aandacht
Waarom is flow – het gevoel te versmelten met een bezigheid – eigenlijk zo’n bijzondere ervaring en kunnen we het niet vaker krijgen? Het staat zo haaks op hoe wij onze dagelijkse leven doorkomen. Flow zorgt er bijvoorbeeld voor dat we minder worden gehinderd door die bezorgde piekerstem in ons hoofd, omdat de frontale neocortex (dat is de plek waar die piekerstem zetelt) minder actief wordt. Zou het niet kunnen dat het stillen van die stem in je hoofd vanzelf ook voor meer flow zorgt?
Onderzoeker Matt Killingsworth onderzocht ooit waar de aandacht is als mensen in hun dagelijkse leven op hun gelukkigst zijn. Hij ontwikkelde een simpele app om dit te testen. Telkens als een piep afging rapporteerden proefpersonen wat ze deden, hoe gelukkig ze waren en waar ze aan dachten. De resultaten verbaasden hem. Het maakt dus bar weinig uit wat mensen precies doen, als ze hun aandacht er maar bij houden.
Geluk is vooral een ‘hier en nu’-ding, onafhankelijk van de bezigheid of situatie. Of het nou afwassen, eten of seksen is, mensen die hun aandacht erbij houden, ervaren meer geluk.
Een kritische geest zou tegenwerpen: ‘Ho even, dit onderzoek zegt niks: het is logisch te veronderstellen dat gelukkige mensen minder piekeren: het is juist hun gelukkige toestand die ervoor zorgt dat mensen minderen piekeren, en niet andersom.’ Killingsworth. een goede wetenschapper, testte uiteraard ook de richting van het verband en kwam erachter dat mensen daadwerkelijk gelukkiger worden vanáf het moment dat ze hun aandacht bij het moment beginnen te houden.
Dat is ook niet zo vreemd. Op het moment dat wij in gedachten verzinken, gaat de aandacht al snel naar onplezierige zaken. Ons brein, zo moet je weten, is geëvolueerd om ons te helpen overleven, het is niet ontworpen om ons in een constante staat van gelukzaligheid te houden. Het is vooral een probleemoplosser en alarmsysteem ineen, gemaakt om je door de gevaren van dit leven te loodsen (en je ondertussen een paar nakomelingen te laten maken). Onderzoek laat zien dat onze gedachtestroom daarom vooral uitgaat naar de zaken die niet goed gaan in ons leven. Vervelende conversaties, afwijzingen, gemiste kansen en verplichtingen: mensen zijn meer dan de helft van de tijd bezig met mijmeren over het verleden en piekeren over de toekomst. Ze maken zich zorgen over zaken waar ze geen invloed meer op hebben óf maken zich zorgen terwijl ze ook iets kunnen doen om hun problemen op te lossen.
We gebruiken het heden vooral om lessen uit het verleden te leren zodat we in de toekomst gelukkig kunnen worden. En juist dat nadenken maakt ons extra ongelukkig.
En het maakt dat we enige dat er uiteindelijk echt toe doet verwaarlozen: het hier en nu. Hoe je ook het wendt of keert: het hier en nu is eigenlijk het enige dat je echt hebt. Dit is een feit dat de mens – of eigenlijk ons brein – met veel succes heeft leren negeren. Kijk om je heen: de meeste mensen lijken in hun hoofd te leven, zonder echt oog te hebben voor hun directe omgeving en de mensen met wie ze die omgeving delen. Om contact te maken met het echte leven, moet je er aandacht voor hebben.
Misschien sta je nog niet te trappelen van vreugde, maar het onderzoek van Killingsworth is dus erg goed nieuws. Aandacht en focus maakt gelukkig. Het betekent dat je ten allen tijde een instrument hebt om uit de misère van je gedachten te ontsnappen. Je moet dit instrument alleen leren gebruiken en trainen. Toevallig is daar een goede tak van sport voor: het heet mindfulness-meditatie en het is niet zo zweverig als je misschien denkt.
Psycholoog, (relatie)therapeut, schrijver. Zoekend naar antwoorden op lastige levensvragen. Meestal tevergeefs. Meer info: marcelinolopez.nl.
Lees ook eens zijn boeken:
Liefdesgedoe (2018)
Liefde in Tijden van Facebook (2012).
1 reactie
Ik heb dit verhaal
Ik heb dit verhaal met veel aandacht gelezen. Dank je wel. 🙂