De wetenschap achter geluk, liefde en andere waanzin Over geluk, liefde en andere waanzin
(CREDITS)
Psychologie onder de loop. Credits: Emiliano Vittoriosi.

Wilskracht – heb ik het eigenlijk wel?

Eind maart alweer. Bijna drie maanden na oud en nieuw. Wat hadden we ons ook al weer voorgenomen? Oh ja, afvallen, meer sporten, minder roken, meer lezen, beter opletten en vriendelijker zijn tegen onze collega’s. Negen van de tien voornemens zijn ondertussen al lang en breed gestrand. Waar ligt dat toch aan? Hebben we onvoldoende wilskracht?

Door Annerieke Ruijter

Kelly McGonigal, psycholoog aan de Stanford University, stelt ons gerust. Dat we ons niet aan onze voornemens houden is niet omdat we luie, slappe mensen zijn. We hebben waarschijnlijk alleen de verkeerde voornemens gemaakt.

Waarom is het opbrengen van wilskracht zo’n gevecht?
Wilskracht is het vermogen om te doen wat het meest belangrijk is, zelfs wanneer het moeilijk is, of wanneer een deel van je het eigenlijk niet eens wil. En daar wringt de schoen: wilskracht kost ons zo veel moeite omdat het een conflict oplevert tussen twee tegenstrijdige verlangens. De ene kant kijkt naar de lange termijn en denkt na over doelen, de andere kant kijkt naar de korte termijn en wil zo veel mogelijk gemak en plezier en zo min mogelijk stress en pijn, NU. De dingen die we willen veranderen die wilskracht vergen, brengt deze twee kanten van je zelf met elkaar in gevecht. Wilskracht vraagt dat je je richt op de lange termijn, op grote normen en waarden, op dat wat je echt wilt, versus dat wat je nu wilt of verlangt en waar je continu toe wordt verleid.

Dit conflict, tussen nu en later, verleiding versus doelen, kennen we allemaal. Cognitieve neurowetenschappers zien het als de essentie is van het mens-zijn, deze twee kanten van ons zelf liggen besloten in de fundamentele structuur van onze hersenen. McGonigal noemt ze het nu-zelf versus het toekomst-zelf. We hebben beide systemen nodig om te overleven, maar we worden continu verleid om toe te geven aan directe voldoening van onze verlangens. Het is een enorme uitdaging om het deel van jezelf aan te spreken dat in staat is om naar het hele plaatje te kijken en tijdelijke ongemakken te verdragen.

Wat je echt wilt geeft wilskracht
Goed, we hebben dus twee zelven, eentje die je helpt om je goede voornemens vol te houden, eentje die het juist lastig maakt doordat het gemakkelijk toegeeft aan verleiding. Hoe effectief zijn goede voornemens en persoonlijke doelstellingen dan, maken ze wel gebruik van de juiste zelf? Volgens McGonigal ligt dat helemaal aan hoe je je plannen maakt. Volgens haar beginnen de meeste mensen met de verkeerde vraag, waardoor ze op een ineffectieve doelstelling uitkomen. De meesten van ons stellen zichzelf namelijk de vraag: ‘Wat zou ik moeten doen?’ En: ‘Wat vind ik slecht aan mezelf dat ik nu eindelijk eens moet veranderen?’ of ‘Wat wil ik eigenlijk niet doen, maar vind ik dat ik wel zou moeten doen?’

Dat klinkt in de praktijk vaak zo:
‘Ik hou niet zo van sporten, maar dat zou ik meer moeten doen.’
‘Mijn kast is een enorme zooi, het is tijd om hem op te ruimen.’
‘Ik heb nooit een schoon bureau, maar goede mensen hebben een schoon bureau en dit is het jaar dat ik dat ook ga krijgen.’

We verzinnen goede voornemens die niet stroken met dat wat we het meest belangrijk vinden en dat is bijna altijd een garantie voor mislukking. Zelfs als het voorgenomen gedrag waardevol en goed voor je kan zijn – zoals sporten – als je daar een doelstelling van maakt vanuit het startpunt van wat je eigenlijk niet wilt, gaat het heel lastig zijn om er wilskracht voor op te brengen. Als er geen sterk gevoel van ‘willen’ achter zit, dan heeft het deel van je brein dat gaat over zelfcontrole niets om zich aan vast te houden.

De goede voornemens en persoonlijke doelstellingen die wel werken, zijn die waar je de tijd voor hebt genomen, waar je over hebt nagedacht in termen van wat je echt wilt voor jezelf en je leven in het komende jaar (en daarna). Wat wil jij doen, wie wil jij zijn, wat is jouw toegevoegde waarde, wat wil je nog bereiken in je leven? Dan kun je jezelf vragen stellen als: ‘Wat kan ik doen om daar te komen?’ Wat zou de consequentie daarvan zijn?’

Als je met deze vragen begint, kunnen je goede voornemens enorm effectief worden. Door deze voornemens te maken, word je je er bewust van dat je iedere dag keuzes maakt die wel of niet bijdragen aan het bereiken van je doel en kun je je energie en aandacht richten op dat wat het meest belangrijk voor je is. In plaats van je te richten op gedrag waar je jezelf toe wilt dwingen, richt je je nu op de keuzes die je maakt.

Blijf jezelf
Een denkfout die we vaak maken is dat we onszelf fundamenteel kunnen veranderen met een goed voornemen of persoonlijk veranderplan. Je wordt niet zo maar een ochtendmens, een goede kok of een healthfreak, ook niet als je je dat voorneemt. De beste persoonlijke doelstellingen zijn die, die aansluiten bij wie we zijn, die gebruik maken van goede eigenschappen die je al hebt.

Grote doelen, kleine stappen
McGonigal heeft nog meer tips:
Vraag je aan het begin van je zelfverbetering af waar je aan het eind wilt staan. Waar zou je trots op zijn, wat maakt je leven echt beter? Wat vind jij echt belangrijk? Kies daarvoor. Maak dat het speerpunt van je persoonlijke doelstelling.
‘Je kunt je eigen enthousiasme voelen wanneer je een écht goed voornemen maakt. Je kunt het bij anderen zien. Het geeft energie en zin om te beginnen, in plaats van sloffende voetstappen naar de sportschool.’

Daarnaast kan het goed werken om na het bedenken van je doelstelling, eerst eens rustig om je heen te kijken om te zien welke keuzes je hebt om dat waar te maken. Word je bewust van de keuzemomenten die voorbij komen en welke keuzes je zou moeten maken als dit daadwerkelijk het meest belangrijk voor je is. Zie alle kleine beetjes die je kunt doen om fit te blijven, om gezond te eten, meer tijd met je familie door te brengen of aardiger te zijn tegen je naasten.

Je hoeft het trouwens ook niet alleen te doen. Veel mensen denken dat zij hun goede voornemen helemaal alleen waar moeten maken, het is tenslotte hun persoonlijke doel. Maar dat is niet zo. Je kunt wilskracht ‘outsourcen’ door dingen samen met anderen – die dat voornemen delen of er al heel goed in zijn – te ondernemen. Een hardloop-clubje, een sportschool naast je werk waar je met je collega’s heen gaat, een vaste afspraak met je zussen om gezellig bij te kletsen en het huishouden van je ouders te doen. Op die manier creëer je een externe bron van wilskracht voor de momenten dat je zelf even niet zo’n zin hebt.

Bovendien kun je jezelf ‘omkopen’. Dat klinkt misschien gek, maar blijkt heel goed te werken. Als je iets wilt gaan doen dat je ongemak oplevert, je onzeker maakt of saai vindt, geef jezelf dan toestemming om als je dat doet, ook iets anders leuks te doen. Roddelblaadjes neerleggen bij de loopband, een TV serie downloaden om tijdens de buikspieroefeningen te kijken, zo lang het maar niet conflicteert met je doelen. Koppel datgene dat je niet wilt doen, aan iets dat je leuk vindt en het wordt een stuk gemakkelijker om vol te houden.

Ook nuttig: Neem kleine stapjes. In plaats van je zelf voor te houden dat je het hele ideaal in een keer moet bereiken. Het is onderzocht dat 5 tot 15 minuten per dag flink bewegen ongeveer hetzelfde effect heeft op je gezondheid als een uur. We denken veel te vaak dat we veel moeten doen, terwijl alle kleine beetjes helpen. Het idee dat je dat boek alleen kunt schrijven als je er twee uur per dag aan besteedt is onzin, het kan ook in één paragraaf per dag. Bedenk wat de kleinste stappen zijn die jij kunt zetten om je doelen te halen, en zet ze!

Wees lief voor je zelf – ook als je aan de lijn doet
Het is bij het maken en volhouden van goede voornemens, vooral als die gaan over afvallen, heel belangrijk om lief voor jezelf te zijn. Compassie voor jezelf is een betere en grotere bron van motivatie dan kritiek op jezelf. Het is voor veel mensen moeilijk te geloven, maar je werkt echt harder aan je doelen als je jezelf daar ook in het nu blij mee maakt. Het mag best pijn doen of zwaar zijn (zie artikel Afzien), maar je moet daar wel van kunnen genieten! Zo zet je namelijk zowel je toekomst- als je nu-zelf aan het werk.

De vraag is dus niet of je wilskracht hebt, maar hoe je er naar kijkt
Heel veel mensen hebben het gevoel dat ze geen wilskracht hebben. Of te weinig. Ze hebben het gevoel dat zij de enigen zijn die keer op keer hun goede voornemens laten varen en een uniek gebrek aan wilskracht hebben. Maar we worstelen allemaal wel eens met onze wilskracht, omdat het onderdeel is van wat ons mensen maakt, we hebben allemaal een nu-zelf en een toekomst-zelf.

Het gaat niet om het leveren van een gevecht met jezelf, het weerstaan van verleidingen, het weerstaan van emoties en verlangens, daarmee verbrand je heel veel energie, maar gebeurt er uiteindelijk maar weinig. De innerlijke strijd tussen nu en later blijft altijd bestaan. Het is een kwestie van je daar bewust van worden en er keuzes in maken.

Wilskracht gaat over het laten bestaan van het conflict, het accepteren van de tegenstrijdigheid. Voel de emotie en het verlangen, maar wees je op hetzelfde moment ook bewust van je commitment aan je keuze, je doel. Je vermogen om dat conflict te accepteren en toch te kiezen voor wat je het liefst wilt zorgt er uiteindelijk voor dat je wilskracht groeit.

Bron

base-psy

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.