Nou ja, tot op zekere hoogte dan. Het is feest, in Egypte. Hier merk ik er niet zoveel van, niet als ik de tv of pc niet aanzet of de krant opensla. In mijn straat is het nog even rustig als altijd. Je kan er een speld horen vallen. Aan het gezicht van de man die aan de overkant voorbij schuifelt, met in de ene hand een Albert Hein tas en in de andere een pak wc-papier, kan ik niet direct aflezen dat zich zojuist een historisch moment van wereldwijde omvang heeft voltrokken.
Je zou eerder denken dat de overheid zojuist had besloten enkel nog het Nederlandse weerbericht uit te zenden via de media, met als weersvoorspelling voor komende dagen één groot grijs wolkendek met af en toe miezeren. Dit in tegenstelling tot de gekte tijdens de WK, waarmee de taferelen van uitzinnige vreugde op het Tahrirplein al zijn vergeleken. Na een overwinning van Nederland kan ik mezelf doorgaans niet meer verstaan in huis, door het getoeter van auto’s en gejuich van buren die mijn openstaande raam binnendringen.
Maar deze vreugde is van een andere orde. Je ziet het aan de beelden. Geen dronkemans gedoe, opgefoktheid of massahysterie, wat je toch ook snel ziet bij voetbalwedstrijden (zelfs als niet-voetbalhater zie je dat, mits je niet blind bent), maar een vreugde zo krachtig, diep en echt, dat die duidelijk vanuit het puntje van de tenen komt. Logisch ook, want het gaat om de bevrijding van mensenlevens, waar al zo lang naar gehunkerd is, en niet om een spelletje. Je moet wel van staal zijn om niet geraakt te worden door de emoties van de Egyptenaren, die zich eindelijk weten los te rukken van dertig jaar onderdrukking. En om niet, al is het misschien maar voor even, de neiging te krijgen ook de vlag uit te hangen, het van de daken te schreeuwen, toeterend de straat op te gaan, wildvreemde voorbijgangers in de armen te vallen en het café in te duiken om het glas te heffen en over de gebeurtenissen te praten, zoals dat bij voetbal toch ook de allernormaalste zaak van de wereld wordt gevonden.
Misschien hebben we die neiging wel maar houden we ons in. Waarom eigenlijk? Waarom vieren we bijna nooit feest als er werkelijk iets te vieren valt? Juist bij ‘het feest van de spontane democratie’ zou een spontaan feestje misschien wel op zijn plek zijn. Maar gekluisterd achter het beeldscherm houden wij onze vreugde stilletjes voor ons binnen de vier muren van onze huiskamers, waar velen van ons waarschijnlijk diep in hun hart nog opgetogener zijn dan na een overwinning van Oranje. Maar exploderen mogen we nou eenmaal alleen van onszelf bij een potje voetbal, of in mindere mate op koninginnedag. Naast het binnenshuis collectief volgen van de (sociale) media houden we buiten ons gezicht in de plooi, alsof er niets is gebeurd, niets gebeurt en er ook nooit iets zal gebeuren. Als je nu over de grachten zou zwalken met een pilsje in je hand gillend ‘hoera Egypte,’ zou je waarschijnlijk niet in een kroeg belanden, maar achter de tralies. Terwijl nu toch eigenlijk ook een soort jongensdroom (of meisjesdroom) uitkomt in de wereld, één waarbij de democratie wint (op grote schaal aan het winnen is) van de dictatuur, het goede zegeviert over het kwade.
Dit is een feestje van Egypte of van het Midden-Oosten en niet aan ons om dat te vieren. Vinden we dat echt, of is het simpelweg een gewoonte om gebeurtenissen die de hele wereld aangaat niet te vieren, maar het feest over te laten aan het volk ter plaatse? Of schamen we ons zelfs misschien een beetje, omdat Europa en de VS Mubarak toch eigenlijk hebben gesteund of in ieder geval zijn gang hebben laten gaan de afgelopen dertig jaar? Ook tijdens de opstand meldde een demonstrant na afloop zich eigenlijk door de VS en de EU in de steek gelaten te hebben gevoeld, omdat ze dacht ‘help ons, help dan nu ons eindelijk van deze man te bevrijden.’
Toen Obama president werd gebeurde min of meer hetzelfde. Of gebeurde min of meer hetzelfde níet eigenlijk: het feest ontbrak. Ook toen was het een revolutionair moment dat mensen wereldwijd deed huilen van vreugde en hoop opnieuw leven inblies. Maar ook toen kon ik in mijn straat een speld horen vallen. Met gemak. Tja, terwijl Egypte en masse uit haar gehoorzaamheid aan het regime breekt en haar onafhankelijke geest viert, gehoorzamen wij nog immer aan onze oude tradities en gewoontes van ons feestvieren: het mag met Kerst, Pasen, Koninginnedag en … tijdens voetbal, maar gekker moet het toch vooral niet worden! Bij serieuze tekenen van een betere wereld en toekomst jubelen we wel mee, maar met mate. En alleen zachtjes in onze knuistjes achter de geraniums en de buis. In echt alle opzichten is het 1-0 voor Egypte!
Recente reacties