De wetenschap achter geluk, liefde en andere waanzin Over geluk, liefde en andere waanzin
(CREDITS)
Publiciteitsfoto voor de film The Prisoner of Zenda (1937).

Bestaat de ware of is liefde altijd een compromis?

‘De essentie van romantiek is onzekerheid.’ Oscar Wilde, schrijver

Een belachelijk knappe vrouwelijke kennis is gek genoeg al meer dan tien jaar single. Onvrijwillig. ‘Er zijn gewoon écht geen leuke, slimme mannen, ja, behalve een paar die bezet zijn.’ Ze zegt het aldoor, waarbij ze zich niet realiseert hoezeer ze de mannen in haar omgeving beledigt. De mannen die ze wel leuk vindt, zijn bij nadere beschouwing mannen die ze niet goed kent en waarop ze haar fantasieën kan projecteren. Buitenlandse filmregisseurs, mysterieuze reizigers, rondtrekkende zakenmensen. Telkens als ze denkt zo’n man aan de haak te kunnen slaan, is er toch iets mis mee. Er is altijd iets mis. Al is het maar dat ze haar willen.

Uit onderzoek blijkt dat hoe aantrekkelijker vrouwen zichzelf vinden en hoe meer keuze ze hebben, hoe meer ze een man willen die welgesteld en hoogopgeleid is. En hoe succesvoller mannen zichzelf vinden, hoe meer ze een fysiek aantrekkelijke partner willen. Zelfs als je een partner vindt die aan jouw strenge eisen voldoet, word je daarvan niet per se gelukkig. Integendeel. Hoe belangrijker specifieke criteria worden, zoals een dikke portemonnee, status of specifieke looks, hoe meer het concurreert met een belangrijker vraag: kan ik goed met deze persoon opschieten?

De ideale partner bestaat niet. De meeste mensen komen daar na hun dertigste wel achter. Toch is het lastig de droom los te laten. We zijn opgegroeid met romantische sprookjes en irreële fantasieën. Ik ken mannen die blijven zoeken naar een vrouw die er standaard uitziet alsof ze van een fotoshoot komt, hun absurdistische humor deelt en graag met hen in de modder wil kamperen. Die vrouwen bestaan alleen in hun hoofd. En die gespierde, lange dokter die Tsjechov leest, het libido van een stier heeft, niet vreemdgaat en een gezin wil… die bestaat niet of is bezet.
Een potje dagdromen is leuk, maar deze idealen kunnen een relatie met iemand van vlees en bloed in de weg staan. In een echte relatie heb je te maken met slechte muzieksmaak, oninteressante verhalen en ochtendhumeuren. Jarenlange hersenspoeling met sprookjes over liefde en seks hebben ons daar allergisch voor gemaakt. Het probleem is dat we tegenstrijdige eigenschappen in één relatie zoeken. Omdat we hiervoor nooit een bevredigende oplossing vinden, raken we nooit uitgepraat over liefde. En als iemand tussendoor een oplossing suggereert, geven we zo iemand al snel air time.
Zo heb ik ooit iemand ontmoet die gepassioneerde lezingen geeft over tweelingzielen. Een knappe dame met een spirituele achtergrond en een ‘bijzondere affiniteit met het magische liefdesspel der tweelingzielen’. Ze zegt het zelf, op haar Youtubekanaal dat belachelijk goed wordt bezocht. Het is niet duidelijk welke bezoekers er komen vanwege haar decolleté en welke vanwege haar occulte wijsheid. De ironie wil wel dat zij ook een verstokte vrijgezel is. Ik wil niet zeggen dat er een wetenschappelijke correlatie is tussen het geloof in tweelingzielen en onvrijwillig vrijgezel zijn, maar ik vermoed een connectie.
Over het bestaan van soulmates of de Ware kun je dezelfde discussies voeren als over God en zijn onzichtbare engelen. Romantische zielen geloven er graag in, nuchtere geesten vinden de bewijzen mager.

De Ware tegenkomen blijkt in de praktijk vooral een subjectief gevoel te zijn. Vraag de mensen die Hem of Haar zijn tegengekomen hoe ze dat nu eigenlijk weten en je hoort vaak een cirkelredenering. ‘Tja, dat weet je gewoon, daar twijfelde ik niet over.’
Zelfs als ze stapelverliefd zijn, voelen de meeste mensen niet de connectie of herkenning die past bij de Ware. Vaak voelen mensen aan dat ze in een tijdelijke relatie zijn beland. ‘Hij is heel knap, maar ik kan er geen normaal gesprek mee voeren.’ Misschien een dealbreaker voor de langetermijnplanning, maar het gevoel van tijdelijkheid kan de passie soms extreem vergroten. Denk aan die bijzondere vakantieliefde. De kans is groot dat je je er zonder reserves aan overgaf, omdat je wist dat het moment zo weer voorbij zou zijn. Hierom zijn verboden affaires ook zo memorabel en de katers erna vaak onverwacht pijnlijk.
Onmogelijke situaties, gevoelens van onbegrip of de angst iemand te verliezen kunnen de passie juist intensiveren. En als de intense verliefdheid meant to be lijkt, is er meestal weinig anders dan een verhuizing of nieuwe vakantie nodig om het sprookje in duigen te laten vallen. Een langeafstandsrelatie kan best werken, maar de romantiek verdwijnt nog al eens als een van beide alles opgeeft om in een vreemd land bij de geliefde te wonen. De liefde is soms heel contextgebonden. De ideale balans bestaat niet. Jij verandert, je partner verandert, alles verandert. Liefdesrelaties laveren continu tussen lust en het maatjesgevoel, tussen de angst iemand te verliezen en vertrouwen dat het helemaal goed zit.

Eén ding is zeker: vergelijk de persoon naast je constant met de Soulmate© en je hebt het perfecte recept voor een ongelukkig liefdesleven. Net zo teleurstellend als wanneer ik in de spiegel zou kijken in de hoop daar een nba-basketballer met het hoofd van George Clooney te zien. Ik ken meerdere mensen die dachten hun zielsverwant te hebben ontmoet, terwijl hun wederhelft daar na een paar maanden toch alweer heel anders over dacht. Die was dan alweer een andere soulmate tegengekomen. Misschien is het nuttig het heilige huisje voorgoed onderuit te halen: de Ware bestaat niet.

‘Misschien zijn onze vriendinnen wel soulmates en mannen gewoon mensen met wie je lol kunt hebben.’ Candace Bushnell, schrijver

Mensen die vasthouden aan het idee dat er één iemand op deze planeet rondloopt die hen compleet vervult, komen bedrogen uit. Een hardnekkig geloof erin kan goede relaties met kleine gebreken zelfs saboteren en kapotmaken. Ik kwam dit soort stelletjes regelmatig in mijn therapiekamer tegen. Een simpel gebrek aan communicatie kan onoverbrugbaar lijken wanneer de gelovige na elke ruzie begint te dagdromen over een ideale zielspartner die in schril contrast staat tot de echte partner. ‘Een soulmate zou goddomme aanvoelen dat ik mokka-ijs wil en niet van kanoën houdt.’ Vooropgesteld, inlevingsvermogen van een partner is een grote pre, maar vaak komen twee partners er ook wel uit als ze beter leren communiceren. Daar is zelden telepathie of een zielsklik voor nodig. In plaats van wachten op de ware kun je maar beter aan de slag gaan met de mensen die op je pad komen. De kans is inderdaad groot dat jullie ooit weer uit elkaar gaan, maar misschien is dat zo erg niet. Geniet ervan zolang het kan. Elke relatie of ontmoeting leert je iets over jezelf en brengt je dichter bij degene die je daarna misschien de Ware zou kunnen noemen. Maar of je ooit een bevredigende oplossing vindt voor tegenstrijdige relatieverlangens?

Er zijn meerdere auteurs en deskundigen die proberen tot een oplossing te komen. Afgelopen jaren kreeg ik keer op keer dezelfde boeken aangeraden: Verslaafd aan liefde van Jan Geurtz, Hou me vast van Sue Johnson en Het romantisch misverstand van Jan Drost. Nederlandse lezers zullen de boeken misschien kennen. Veel lezers beweerden dat deze boeken hen de ogen hadden geopend. Ik heb ze inmiddels ook gelezen en begrijp waarom de boeken populair zijn. Elk van deze boeken probeert de liefdeszoeker grip te geven op de grote relatieparadox: onze behoefte om romantische en seksuele verlangens te verenigen met de vanzelfsprekendheid van een langdurige relatie.

Afhankelijkheid versus autonomie
Het romantische misverstand beschouwt romantiek als de sluipmoordenaar van echte liefde: volgens Drost ‘een aaneenschakeling van fabels die ons juist weerhouden van een gelukkige, geslaagde liefdesrelatie’. De filosoof heeft een goed punt: de ideaalplaatjes in ons hoofd vormen een muur tussen onszelf en het echte leven. Denkbeeldige fantasieprinsjes en -prinsesjes, kunnen, indien te serieus genomen, een verbintenis in de weg staan met de levensechte mensen die ons pad kruisen. Wie een Angelina Jolie zoekt, staat niet open voor Klazien van personeelszaken die ook best leuk en aantrekkelijk is. Drost bezingt, tezamen met een orkest aan dode filosofen, hoe romantische fantasieën échte liefde in de weg staan. Hieronder verstaat hij de traditionele monogame relatie waarbij je er door dik en dun voor elkaar bent. Eén bezwaar: de ‘echte liefde’ die hij bezingt ís een romantisch ideaalbeeld. Een stel heeft altijd een enigszins geromantiseerd verhaal over hun relatie nodig om verlokkingen buiten en uitdagingen binnen de relatie te kunnen weerstaan. Ik zie niet hoe het anders kan. Als een leuke vrouw mij in de kroeg probeert te verleiden terwijl mijn vriendin op vakantie is, dan is het dát romantische verhaaltje in mijn hoofd dat mij ervan weerhoudt erop in te gaan. En datzelfde geldt voor mijn vriendin die nu misschien een cocktail drinkt met een aantrekkelijke Argentijn. Het idee dat ik en mijn vriendin een relatie hebben ís nou eenmaal een romantisch verhaaltje in ons hoofd. Een vertrouwensafspraak die in het leven is geroepen om strijd en jaloezie te voorkomen. Ieder van ons kan op een gegeven moment aan dat verhaal twijfelen. Drost vindt dat moderne mensen hun behoefte aan autonomie overschatten, en juist hun afhankelijkheid van elkaar moeten erkennen en vieren. Hij pleit ervoor elkaar een afhankelijkheidsverklaring te laten afleggen. Mooi. Maar het doet natuurlijk geen recht aan de verschillende en soms complexe redenen waarom mensen een partner zoeken. Voor veel mensen is dat juist het beleven van een romantisch of geseksualiseerd ideaal, voor anderen gaat het samen met de behoefte aan zelfontwikkeling en geestelijke groei, en dat kan best goed gaan, zolang ze er geen onrealistische verwachtingen op na houden. In liefde en oorlog is alles geoorloofd.
De enige zonde is: er niets van te leren.

Hou me vast, anders ren ik weg
Hou me vast van relatietherapeut Sue Johnson belooft ‘een revolutionaire wetenschap van relaties’ te zijn. Johnson centrale claim is dat ‘romantische liefde een volwassen versie is van de emotionele band tussen moeder en kind’. Deze stelling is gebaseerd op John Bowlbys hechtingstheorie. Bowlby liet in de jaren vijftig zien hoe verschillende verzorgingsstijlen in de kraamtijd samenhangen met persoonlijkheid en relatiestijl op latere leeftijd. Johnsons toevoeging is dat volwassen romantiek diezelfde oeroude band tussen moeder en kind symboliseert. Mensen zoeken volgens Johnson naar dezelfde geborgenheid bij hun liefdespartner, en als ze die niet vinden gaan ze ‘in protest’ en ontstaan er relatieproblemen. Dat mensen een veilige connectie behoeven lijkt me zonneklaar, maar Johnson ziet (net als Drost) die veilige afhankelijkheid als hét antwoord op alle liefdesproblemen. Ze claimt dat haar therapie ‘relaties kan transformeren door de megawattpower te gebruiken van onze aangeboren behoefte naar een veilige connectie’.
Te beperkt, zegt antropoloog Helen Fisher: ‘Johnson focust zich te vaak op hechting en negeert andere “megawatt”-hersensystemen. Opmerkelijk genoeg vermengt ze romantische liefde met hechting door te zeggen dat “romantische liefde een hechtingsband is, precies zoals een moeder en haar kind”. In werkelijkheid is romantische liefde gelinkt aan gedachten en behoeften die totaal verschillend zijn dan die van hechting. Mijn eigen onderzoek liet zien dat mensen verschillende, maar gerelateerde hersensystemen hebben ontwikkeld voor paarvorming en reproduc-tie. De seksdrive (om verschillende seksuele partners te vinden); gevoelens van romantiek (om alle energie op een partner te focussen); en gevoelens van hechting (om langere tijd een paar te vormen en samen kinderen op te voeden). Elk systeem is gelinkt aan verschillende neurotransmitters; elk is een krachtige invloed die een rol speelt bij de stabiliteit van een relatie.’

Nogmaals, om romantische liefde te laten werken heb je meer nodig dan alleen een veilige connectie. Mensen willen ook passie, inspiratie, groei, goede seks. Relatieproblemen ontstaan niet (zoals Johnson benadrukt) alleen door het gefrustreerde verlangen naar connectie met de partner: je kunt gewoon te verschillend van elkaar zijn of andere behoeften hebben dan die veilig gehechte relatie jou biedt. Het boek roept vragen op die het niet beantwoordt. Waarom zouden mensen ‘veilig’ aan elkaar gehecht moeten zijn als ze sowieso geen match zijn? En waarom zou je die veilige connectie waar mensen naar streven niet deels in goede vriendschappen kunnen vinden? Waarom zijn sommige mensen gelukkig zonder romantische relatie, en gedijen anderen prima in een poly-amoureuze commune? Waar komt het christelijke idee vandaan dat er maar eens mens is waar je je intiem en verbonden mee zou moeten voelen? Dit soort anomalieën passen niet in het eenzijdige romantische ideaalbeeld van Johnson, die ook een evangelische versie van haar boek schreef: Geschapen voor connectie. Niks mis met de boodschap van Johnson als je ervan houdt, maar in tegenstelling tot wat ze beweert is het meer religie dan wetenschap. Het mierzoete Amerikaanse taalgebruik en de sentimentele nadruk op ‘die liefdevolle connectie die alles beter maakt’ gaven mij jeukreacties.
‘Niet nieuwigheid, maar veiligheid is de sleutel naar fantastische seks.’ Yeah right. In ieder geval niet voor iedereen.

Omarm de paradox
Ik zie meer in Verslaafd aan liefde van meditatiemeester en ex-verslaafde Jan Geurtz. Zijn boek gaat niet zozeer over liefde als wel over het leren omgaan met afwijzing, alleen-zijn en tegenstrijdige liefdesverlangens. Hij beschrijft vooral hoe onze verwoede pogingen geborgenheid en bevestiging te krijgen juist de angst en eenzaamheid vergroten. Hij ziet het hunkeren naar de ultieme relatie als een gebed zonder eind. Je zoekt dan iets buiten jezelf wat alleen binnen in jezelf te vinden is. Geurtz ziet de drang om bevestiging buiten onszelf te zoeken als een vals, aangeleerd mechanisme dat je als een juk kunt afwerpen. Jouw aangeleerde angsten, compenserende gewoonten, valse trekjes en sociale maskers staan je eigen ‘natuurlijke volmaaktheid’ en vermogen tot liefde in de weg. Zijn boek kun je zien als gebruiksaanwijzing om beter om te gaan met pijn van verlating, jaloezie en de ongezonde hang naar zelfbevestiging. Iemand die ook alleen leert zijn, zal niet alleen beter voor zichzelf kunnen zorgen, maar ook eerder in een gelijkwaardige relatie belanden. Zijn boek is ook een pleidooi voor mindfulness-meditatie, dat hij ziet als een medicijn tegen de pijn van afwijzing en eenzaamheid. Het nut van meditatie kan ik (zowel persoonlijk als wetenschappelijk) beamen. Ondanks de zweverige connotatie is meditatie weinig anders dan aandacht hebben voor het hier en nu, zonder te vluchten in afleiding. Zo train je jezelf om te gaan met ongemakkelijke, tegenstijdige gevoelens. Mindfulness is niets meer dan een simpel instrument om de werking van de geest beter te leren kennen en daar comfortabel mee te worden. Mijn subtiele bezwaar: Geurtz’ boek is gebaseerd op boeddhistische wijsheden die praktisch zijn (je hoeft er niks voor te geloven), maar toch hangt er een zweem van new age-mystiek en onwetenschappelijkheid omheen. Ondanks het feit dat Geurtz de nadruk legt op niet oordelen, niet vergelijken en niet streven, versterkt het boek toch het idee dat je vrij en onafhankelijk kunt zijn, en naar ‘volmaakte liefde in jezelf’ zou moeten streven. Dromers die in plaats van naar de ultieme relatie op zoek gaan naar volmaaktheid in zichzelf raken onbedoeld ook weer in gevecht met zichzelf. Het hele leven, inclusief de liefde met al die tegenstrijdige gevoelens die het oproept: je moet het in zijn geheel omarmen. We zijn gemaakt om lief te hebben, lust te voelen, te hechten en bang te zijn voor afwijzing. Romantische liefde zal af en toe gewoon pijn doen.

Liefde: een prettig compromis
Dagdromers en perfectionisten zullen het betwisten, maar het hele universum is een compromis. Jij en ik zijn levende compromissen. Al het leven is gecreëerd door tegenstrijdige verlangens. Ons lichaam alleen al bestaat uit systemen die geëvolueerd zijn om het tegenovergestelde te doen en willen. Als jij een appel uit de fruitschaal haalt dan is er een set spieren die de arm strekt en een andere set die de arm samentrekt. Beide spiersystemen staan altijd op stand-by in enigszins actieve toestand. Je ademhaling, hartritme en bloedsomloop worden ook door twee tegenstrijdige systemen in gang gehouden: het sympathisch en parasympathisch zenuwstelsel. Het eerste is bedoeld om je lichaam voor te bereiden op actie (vechten of vluchten), het tweede is gemaakt om jou weer te kalmeren. Psychologisch gezien is jouw gedrag ook door twee tegenstrijdige systemen te verklaren: eentje dat jou motiveert om actief je doelen na te jagen (en daarvoor positieve gevoelens en verlangens in je losmaakt) en een ander dat jou voor gevaar wil behoeden door negatieve emoties en terugtrekkende reflexen. Nuttig om te weten is dat het tweede systeem krachtiger is dan het eerste, omdat het zo jouw overleving beter kan garanderen. Niet de liefde, maar de angst regeert, en dat maakt eerstgenoemde bijzonder.

Het blijft lastig. We willen zowel de passie en seksuele spanning van het prille begin, als de vanzelfsprekendheid van een duurzame relatie. Hoe meer we die botsende verlangens in een en dezelfde relatie bevredigd willen zien, hoe lastiger we het onszelf maken. Er zijn geen gemakkelijke oplossingen. Als jij gewend bent aan een losbandig leven waarbij je geniet van verschillende sekspartners, dan kun je het moeilijk krijgen als jouw droompartner monogamie verwacht. Misschien niet direct, maar wel in een later stadium wanneer de seksuele nieuwsgierigheid is getemperd. Sommigen zien het als de oplossing om vreemd te gaan, maar daarmee saboteren ze de intimiteit. Eerlijkheid en een gevoel van connectie gaan hand in hand.

Ik ken steeds meer mensen met gelijkwaardige relaties die experimenteren met een open relatie, maar dat betekent dat de partner daar ook echt voor open moet staan. Zo’n relatie kan scheefgroeien. Je moet in jouw zoektocht naar een relatie een grens trekken, anders kom je nooit aan de bak. Sommige eigenschappen kunnen per definitie niet in één mens bestaan en sommige combinaties van eigenschappen komen weinig voor. Lieve, zorgzame, empathische mannen worden bijvoorbeeld niet snel succesvol en rijk, daar heb je nu eenmaal ook een beetje competitiedrang, frustratie en agressie voor nodig. Mannen die zorgzaam én succesvol en rijk zijn, zijn vaak bezet of hebben een grote keuze aan vrouwen en stellen hoge eisen. Een partner met een hoog libido geeft fantastische seks, maar maakt vreemdgaan ook waarschijnlijker. Iemand die succesvol is in zijn werk, heeft minder aandacht voor zijn partner. Een mooi uiterlijk maakt dat je minder hoeft te leunen op een leuke persoonlijkheid. Wie intellectueel en goed belezen is, hecht waarschijnlijk minder aan het hebben van een strak, mooi lichaam. De ene neiging wedijvert met een andere. Het geheim van geluk in de liefde is nogal ontnuchterend: stel prioriteiten in wat je wilt in een partner, verwacht niet te veel van de ander en geniet van wat er wel is. Lastig voor de perfectionist of romanticus, maar niet ondoenlijk. Mettertijd stellen we harde eisen en prioriteiten bij. Dat gaat vaak vanzelf. Uiterlijke schijn en status worden steeds minder belangrijk en de beperkingen – als ze eenmaal zijn geaccepteerd – komen de liefde vaak ten goede.


Meer weten? Lees dan ook eens de boeken:
Liefdesgedoe (2018)
Liefde in Tijden van Facebook (2012)

Heb je iets aan dit bericht gehad?

Of draag je Psychologisch.nu een warm hart toe?

Misschien vind je het dan leuk om een donatie te doen!

Ja, ik doneer!
base-psy

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.