De wetenschap achter geluk, liefde en andere waanzin Over geluk, liefde en andere waanzin
(CREDITS)
It's about time (1966), een comedyserie waarin twee astronauten naar het verleden reizen en een prehistorische familie mee terug nemen naar het Amerika van de jaren zestig. Credits: CBS, 1966

Komt een oermens bij de therapeut

‘We weten niet precies waarom de geschiedenis bepaalde keuzes maakt: wel weten we dat die keuzes niet voor het welzijn van de mens zijn gemaakt.’ Yuval Noah Harari, historicus

Stel, je bent een jager-verzamelaar omstreeks het jaar 11.000 voor Christus. De wereld is duizelingwekkend groot, mysterieus en eng, maar ook boordevol voedsel, drinkwater en schuilplaatsen. Je leeft in een groepje van dertig nomaden dat dagelijks speurt naar vruchten, noten en wilde gewassen en jaagt op insecten, vogels en zoogdieren. Jullie hebben geen vaste verblijfplaats en als het voedsel op is, trekken jullie verder.

De mens mag dan een bijzonder en fantasierijk wezen zijn, hij neemt vooralsnog geen bijzondere plaats in het dierenrijk in. In jouw tijd zijn er ongeveer zo’n miljoen mensen verspreid over de hele wereld, en die leven behoorlijk onopvallend tussen al die andere diersoorten. Zonder ecologische voetafdrukken achter te laten. Net als je voorouders, die al meer dan honderdduizenden jaren zo leefden, hebben jullie geen infrastructuur, elektriciteit of openbaar vervoer, zelfs geen simpele landkaart. Jullie hebben alleen elkaar en de tijdloze verhalen van jullie voorouders die jullie elkaar vertellen.

Het leven is zwaar en jouw dagen vullen zich met kleine en grote uitdagingen – gevaarlijke roofdieren, hongerwinters, mysterieuze ziekten, rivaliserende stammen – maar jij bent perfect uitgerust om dit leven aan te kunnen. Je bent fit, gespierd, lenig, vingervlug en snel van geest. Ook heb jij eindeloos vertrouwen in je stamleden, en zij in jou. Dat moet ook wel, want zonder elkaar zouden jullie het niet lang uithouden. Ze zijn jouw belangrijkste levensverzekering.

Op een dag gebeurt er iets vreemds. Iets heel vreemds. Zonder enige waarschuwing raak je buiten bewustzijn en word je wakker in een voor jou bizarre, kunstmatige wereld. Wat er in de tussentijd is gebeurd weet je niet. Om je heen staan mensen in witte jassen. Ben je aan het dromen? Heb je weer de verkeerde paddestoel gegeten? Zijn dit de goden waarover je voorouders spraken? Je bent te versuft om in paniek te raken en weg te rennen. Bovendien kijken de vreemdelingen vriendelijk uit hun ogen. Nee, je bent vooral verbaasd. Vooral als je merkt dat je kunt verstaan wat de vreemdelingen zeggen. ‘Hoi oermens, welkom in het jaar 2017. Niet schrikken. ’ De wetenschappers – want dat zijn deze mensen – leggen jee uit dat ze jouw brein ge-upload met alle cognitieve vaardigheden en taalgewoonten van de moderne mens. Nu jij kunt communiceren word je door hen gerustgesteld over je lot. Je hoort dat je met een tijdmachine naar de toekomst bent getransporteerd, waarin je ongevraagd de hoofdrol speelt in een futuristisch wetenschappelijk experiment. Het doel is om een primitief oermens zoals jij in de moderne wereld te laten integreren en te bestuderen.

Nadat de wetenschappers je bijpraten over de ruim 13.000 jaar die jij overgeslagen hebt, word je de weken daarop klaargestoomd om mee te draaien in het moderne leven. De verbazing en heimwee nemen af en je begint steeds meer de voordelen van je nieuwe leven in te zien. Je leeft nu in een wereld leeft waarin alles van de wieg tot het graf is geregeld. Er is altijd voedsel voorhanden, mensen leven zo’n drie keer langer dan in jouw tijd, alle gevaarlijke beesten zijn afgemaakt of opgesloten, de meeste ziekten en wonden zijn te genezen, vreemden laten elkaar met rust, en je mag helemaal zelf kiezen met wie je omgaat. Er zijn eigenlijk maar twee spelregels: 1) om in je onderhoud te voorzien moet je net als ieder ander modern mens aan geld zien te komen – een op zich waardeloos ruilmiddel dat mensen veiligheid, voedsel, vrienden en leuke ervaringen verschaft. 2) En je moet daarbij naar eer en geweten proberen je medemensen niet te benadelen of te schaden. Verder mag je doen wat je maar wilt, met wie je maar wilt, wanneer je maar wilt.

Je hoort dat de maatschappij zo is ontworpen omdat elk individu op die manier vrij is te leven zoals hem gelukkig maakt. Volgens de wet heeft iedereen daarom gelijke kansen om zijn eigen lot te bezegelen. ‘Zelfbeschikking is het hoogste goed, geluk het hoogste doel’, roept een van de wetenschappers.

Een paar maanden (en een aantal cultuurschokken) later kun je echt beamen dat je leven extreem comfortabel is. Zo relaxt ben je lang niet geweest. Voor de meeste werkzaamheden hoef je niets speciaals te kunnen behalve het aanleren van wat routineuze handelingen (om een machine of computer te bedienen) en het onthouden van een rits lege sociale riedeltjes (‘Ik wens u een prettige dag’). Om succesvol te overleven hoef je vervolgens alleen maar te weten waar de supermarkt is en zelfs dat niet eens, want als je ze ziek ben bestel je je eten gewoon online.‘The living…’, zoals een bekend liedje gaat, ‘… is easy’.
Er komen in ieder geval geen fysieke uitdagingen of gevaarlijke risico’s bij kijken. Die zijn bijna allemaal uitgebannen. Zo comfortabel als nu heb je je nooit gevoeld, maar het leven is daardoor ook eentonig en voorspelbaar geworden. Om te voelen dat je leeft moet je bij wijze van spreken op de rand van een wolkenkrabber balanceren of een andere gevaarlijke hobby zoeken. Maar waarom zou je zoiets doen? Gelukkig kun je voor een fijne adrenalinerush nog een spannende film of voetbalwedstrijd kijken.

Nee, wat je echt lastig vindt zijn relaties met medemensen. Er zijn er nu allereerst wel heel veel ‘anderen’ en hun sociale regels vind je maar lastig. Mensen – zelfs wildvreemden – doen vriendelijk, maar toch voel je geen speciale connectie. Ze blijven vreemden. De vanzelfsprekende groepsband die jij gewend bent is ver te zoeken: moderne mensen gaan niet bepaald door het vuur om hun loyaliteit aan elkaar te bewijzen. Er is verder ook geen enkele noodzaak om als hechte groep te functioneren: het is geen zaak van leven en dood zoals in de jungle waar jij vandaan komt. Het is vooral een kwestie van oppervlakkige populariteit: hoe meer mensen jou mogen, hoe meer privileges je hebt. Zo werkt het. De beste manier om populair te worden, zo ontdek je, is om veel met populaire mensen omgaan. Maar dat is niet gemakkelijk. Je doet ze na in woorden, gebaren en kleding, maar toch word je niet zomaar door hen geaccepteerd. Mensen – vooral de populaire – zijn niet zo transparant als jij gewend bent: ze zeggen het een en doen het ander. De ene keer doen ze mierzoet en slijmerig tegen elkaar, vervolgens, in elkaars afwezigheid, branden ze elkaar af. Onbegrijpelijk. Niemand laat het achterste van zijn tong zien.

De moderne paringsdans vind je nog lastiger: die heb je voorlopig maar opgegeven. Hoe fit je ook bent, hoe glanzend je haar ook is, na een eerste gesprek zien potentiële partners je amper staan. Althans, niet op die speciale manier. Je mist ‘humor en relativeringsvermogen’ hoor je vaak, maar jij weet niet echt wat dat is. De wetenschappers hebben je dat niet kunnen meegeven.

Een jaar later is het tijd voor een grondige medische en psychologische check-up. Oef, dat is schrikken: ze concluderen dat jij inmiddels aan alle criteria voor een depressie voldoet en veel ongezonder bent dan je ooit was. Als jager-verzamelaar was je genoodzaakt om, zodra je de kans kreeg, zoveel mogelijk zoet, zout of vet voedsel naar binnen te stouwen. Dat aangeboren opportunisme hielden jou en je stamleden namelijk in leven op momenten dat er weinig voedsel voorhanden was, zoals tijdens een barre winter of lange woestijnoversteek. In de moderne wereld is die gretigheid een nadeel: er is namelijk altíjd voedsel voorhanden. Je bent daarom inmiddels behoorlijk vadsig en slap geworden, en je hebt last van rug- en gewrichtsklachten. De arts die het onderzoek uitvoert, geeft je meteen een pak medicijnen mee en schrijft je een bewegingsprogramma en steng dieet voor. ‘Wát? Geen chocoladetoetjes en chips meer?’

De misère en eenzaamheid wordt je langzaam te veel en inmiddels begin je je oude leventje op haast obsessieve manier te missen. Dat leven was zeker niet ideaal, maar jouw dagelijkse verplichtingen hielden je tenminste scherp en je voelde je echt nodig en geliefd. ‘Sorry,’ zeg je smekend en huilend tegen de wetenschappers, ‘Ik hou van mijn warme douche, dat zachte bed en die goed gevulde koelkast, maar stuur me alsjeblieft terug naar mijn oude leven. Ik wil mijn vrienden en geliefden zien.’ De wetenschappers pinken zelf ook een traantje weg, maar ze willen hun kostbare project – jou dus – niet zomaar opgeven. Gelukkig bedenken ze een ander een idee om jou minder te laten lijden. Ze besluiten, zonder jouw medeweten, met behulp van een ingewikkelde ingreep al jouw herinneringen aan je oude leven te vervangen met valse herinneringen aan een modern mensenleven. ‘Wat niet weet, wat niet deert’ denken de wetenschappers. Op die manier word jij niet meer belemmerd door heimwee naar vergane glorie en voel je jezelf meer verbonden met de mensen van nu.

Na de ingreep ontwaak je langzaam uit een diepe narcose en begint je leven opnieuw, voor de tweede keer. Dit keer is het een psychologische wedergeboorte: je bent je oude leven nu volledig vergeten zodat je zonder nostalgie kunt meedraaien in de wereld waarin je nú leeft. Dit keer gaat het je een stuk beter af: je vindt een baan die bij je past, verzamelt een leuk stel vrienden om je heen en doet aan hobby’s die je gelukkig en gezond houden. Je bent eindelijk een volwaardig lid van de moderne samenleving, net zoals ieder ander. Na de dagelijkse verplichtingen, geniet je van alle highlights die het moderne leven biedt – lekker eten, internetdates, skivakanties, muziekconcerten enzovoorts. Terwijl je leven op deze manier gemoedelijk voortkabbelt, ben je over het algemeen best gelukkig.

Na een paar jaar echter voel je op de achtergrond van je bruisende leven een lichte onderstroom van onvrede en ondankbaarheid op gang komen. Het is geen actief geestelijk lijden, meer een gevoel van leegte en onrust, herkenbaar aan knagende gedachten als: ‘Waar doe ik het allemaal eigenlijk voor?’ ‘Is dit het nou?’ ‘Is er niet iets meer?’ Het lukt je meestal prima om de onvrede hierover te negeren – er is immers genoeg afleiding – maar toch steekt het gevoel steeds weer de kop op. Wat moet jij hier nou van maken? Niets of niemand bedreigt je, je bent vrij om te doen en laten wat je wilt, maar toch voel je ineens de existentiële leegte en nutteloosheid van dit leven. Het leven lijkt vooral te bestaan uit het najagen en herhalen van alledaagse plezierigheden. Meer niet. En je kunt niemand er de schuld van geven. Het is zoals het is. En het is helemaal aan jou om betekenis aan dit leven te geven en een zinvolle connectie met anderen te maken.

In jouw vorige (inmiddels vergeten) leven was het doel volkomen vanzelfsprekend: de dagelijkse strijd om voor jezelf en je stamleden te zorgen. Dat doel hield jou gezond, actief, gefocust en verbonden met je dierbaren. In jouw nieuwe leven moet je steeds opnieuw bepalen welke doelen en mensen überhaupt voor jouzelf de moeite waard zijn. In plaats bezig te zijn met je dagelijks leven, begin je meer en meer in je hoofd te leven en te dagdromen over dingen waar jij echt gelukkig van wordt? Jouw nieuwe levensprioriteit bestaat steeds meer uit het het nadenken over de toekomst en net als zovelen anderen word je langzaam een ‘zoeker’. Je begint jezelf en anderen steeds vaker vragen te stellen als: ‘Wat is geluk dan? Wat is wijsheid? Wat is de zin van het leven? Welke doelen zijn het waard om voor te sterven? Hoe belangrijk is liefde?’

In je steeds intenser wordende zoektocht merk je uiteraard dat talloze slimme (en minder slimme) mensen jou al voorgingen. Er zijn bibliotheken en internetsites vol geschreven over geluk, wijsheid, liefde en zingeving. En op elke hoek van de straat is wel een therapeut, coach of welness-centrum te vinden die antwoorden belooft. Aan informatie en deskundigen geen gebrek. De enige moeilijkheid is: hoe kom je er nu achter wie het bij het juiste eind heeft?

Misschien zie je de aap inmiddels al uit de mouw komen kruipen?

De uitdaging die onze verdwaalde jager-verzamelaar staat te wachten is niet die van een hypothetische tijdreiziger uit het verre verleden, het is ook de jouwe! Jij bent evolutionair gezien dit primitieve oermens! De wereld mag de afgelopen 13.000 onherkenbaar veranderd zijn, jouw hersenen zijn dat niet.

Dat is een vaak genegeerd feit over ons brein: dat is structureel namelijk niks veranderd sinds onze voorouders in hertenvellen over de steppen huppelden, in grotten woonden en tussendoor met een hart vol angst in een sterrenhemel tuurden waar ze niks van begrepen. Jij bent die gemoderniseerde jager-verzamelaar die geluk, liefde en zingeving zoekt in een wereld waarin je helemaal vrij bent om te doen wat je wilt.

Het goede nieuws: voor die oermens in jou schrijf ik momenteel een boek.

Heb je iets aan dit bericht gehad?

Of draag je Psychologisch.nu een warm hart toe?

Misschien vind je het dan leuk om een donatie te doen!

Ja, ik doneer!
base-psy

1 reactie

  • Frans Vreugdenhil schreef:

    Als je dit leest moet je ook wel in de evolutie theorie geloven.
    Wij zitten helaas dermate ingewikkeld in elkaar ,dat er geen sprake van kan zijn dat dit zonder enige vorm van intelligentie tot stand kan komen.
    Ik weet heel veel van de evolutie theorie.
    En ik ben tot de conclusie gekomen dat het onmogelijk is dat ik zelf kan bestaan.
    Alles is even gecompliceerd.
    Hoe is dit alles ooit ontstaan?

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.