De wetenschap achter geluk, liefde en andere waanzin Over geluk, liefde en andere waanzin
(CREDITS)
Iemand ten huwelijk vragen, het moet toch makkelijker kunnen dan In Safety Last! (1923).

Tijd in het brein: hoe jouw hersenen de tijd maken en vervormen

Een uurtje in de file kan voelen als een eeuwigheid en een luie zondag met je geliefde als een flits. Waarom kun jij precies dezelfde tijdspanne zo anders beleven? Omdat tijd in zekere zin door jouw brein wordt gecreëerd.

De tijd is een gek ding. Waarschijnlijk twijfel je niet dat ze bestaat, toch kun je de tijd nooit waarnemen. Subjectief gezien is het namelijk altijd nú. Jij kunt het bestaan van tijd alleen afleiden uit het feit dat jouw waarnemingen continu veranderen en jij je die kunt herinneren. Nu lees je deze zin, straks lees je de volgende. Nu denk je aan je moeder, daarna aan je volgende afspraak.

De tijd zoals jij die beleeft is heel ingenieus door jouw brein in elkaar gezet. Het voelt misschien vanzelfsprekend, maar het is ontzettend bijzonder dat jij en ik een ‘gezond’ tijdsbesef hebben. Ik heb geen klok en kalender nodig om te bepalen dat ik dit schrijf op een vroege lenteochtend en dat ik inmiddels ongeveer een 10 minuten bezig ben geweest met deze tekst. Hoe doet mijn brein dat?

Tijdsperceptie is een complex proces in het brein waarbij verschillende hersendelen samenwerken om jou een coherente tijdsbeleving te geven. Iedereen die psychedelische drugs heeft gebruikt, weet hoe grondig je dit proces kunt verstoren. Sterker nog: het besef van tijd kan onder invloed van drugs zelfs helemaal verdwijnen.

In dit tweeledige artikel kijken we eerst naar de factoren die jouw tijdsbeleving creëren en beïnvloeden: waarom lijkt de tijd extra langzaam te verstrijken wanneer je ongelukkig bent en vliegt een geluksmoment in een flits voorbij? In deel 2 vragen we ons af of we onze tijdsbeleving zo kunnen manipuleren dat we minder langer ongelukkig en langer gelukkig zijn?

De tijd schatten zonder horloge
De tijd is zelfs voor slimme natuurkundigen lastig te definiëren, maar voor het doel van dit artikel hoeven we slechts onderscheid te maken tussen objectieve en psychologische tijd. De objectieve tijd kun je aflezen aan de wegtikkende wijzers van een klok. Die is voor jou en mij precies hetzelfde. Psychologische tijd is subjectief en zegt iets over hoe jij en ik die objectieve tijd beleven: dit noemen psychologen tijdsperceptie. Hoe weet jou brein eigenlijk hoe veel tijd er ongeveer verstreken is tussen het moment dat jij vandaag opstond en nu?

Ons hele universum, inclusief jouw lichaam, wordt geregeld door voorspelbare, cyclische ritmes: dag en nacht, eb en vloed, de vier seizoenen, je ademhaling en hartslag, het slaapwaakritme. Al die ritmes geven ons indicaties van de tijd. Vooral de interne 24-uursklok in ons lichaam – ook wel het circadiane ritme genoemd – helpt ons de tijd te bepalen. Deze biologische klok wordt aangestuurd door een klein hersengebiedje dat de hypothalamus heet. Het geeft bepaalde hormonen af en regelt onze bloeddruk en lichaamstemperatuur om ons volgens een ritme van 24 uur in slaap te brengen, wakker te maken en een gevoel van honger te geven.

Bijzonder is dat het circadiane ritme eigenlijk 24 uur en 11 minuten beslaat, maar dit verschil wordt gecorrigeerd door onder andere daglicht. In experimenten waarbij mensen langere tijd in een afgesloten ruimte zonder natuurlijke of kunstmatige tijdsignalen (zoals daglicht of klokken) doorbrengen, raakt de biologische klok totaal van slag. In dit soort experimenten krijgen mensen uiteindelijk een circadiaans ritme van 50 uur.

Om het tijdsverloop van een ervaring in te schatten gebruikt jouw brein de biologische klok en de natuurlijke ritmes als referentiekader. Alle gebeurtenissen zitten bovendien vol aanwijzingen over hoe lang iets duurt. Naar de schuur lopen kost tien seconden, een liedje luisteren drie minuten, de sporttraining anderhalf uur, een vakantie twee weken, enzovoorts. Je brein vergelijkt intuïtief een gebeurtenis (een wandeling naar de supermarkt) met die natuurlijke ritmes en vorige gebeurtenissen, zodat jij een realistische schatting kan maken van hoeveel tijd er ongeveer is verstreken in seconden, minuten, uren, dagen, weken en jaren.

Het zal je niet verbazen dat die intuïtieve inschatting van de verstreken tijd niet zo nauwkeurig is als die van je horloge, vooral niet als het om langere tijdspannen gaat. Een paar resultaten uit onderzoek:

Wanneer mensen er niet bewust mee bezig zijn, schatten ze bijvoorbeeld al na 55 seconden dat er een minuut verstreken is. Deze minuut-schatting is relatief stabiel. Andere schattingen, zoals die van een uur, verlopen grilliger en minder accuraat. Vooral als er gerommeld wordt met de biologische klok. Proefpersonen die (na een lang verblijf in een afgesloten ruimte `zonder tijdsignalen) een circadiaans ritme van vijftig uur kregen, schatten één uur als twee volle uren. Twee keer zo lang als normaal dus. In hun minuutschattingen veranderde niets.

Tijdsbeleving hangt niet alleen af van wát je waarneemt – denk aan het verschil tussen een spannende thriller of suffe lezing – maar ook van de toestand van je lichaam en geest.

Je lichaamstemperatuur bijvoorbeeld beïnvloedt je uurschatting behoorlijk. Onderzoek wijst uit dat enkele graden meer of minder het tijdsbesef met 20 procent versnelt of vertraagt. Hierom heeft een koortspatiënt het idee dat een uur sneller verstrijkt dan normaal. Mogelijk komt dit omdat de snelheid van chemische processen in het lichaam onze tijdsbeleving beïnvloedt.

Een sterk staaltje tijdsvervorming gebeurt ook tijdens een acute crisissituatie. Mensen die in een verkeersongeluk betrokken zijn geraakt ervaren die paar seconden voordat ze botsen soms als veel langer. Met het dreigende vooruitzicht dat je botst, maakt je lichaam een stoot adrenaline aan waardoor je brein sneller gaat werken en meer indrukken per seconde opneemt dan normaal. Aan de andere kant van het spectrum heb je ervaringen waarin helemaal niks boeiends gebeurt, zoals in de file. Ook dan lijkt de tijd veel langzamer weg te tikken dan normaal.

Tijdsbeleving werkt volgens wetenschappers als een U-curve. In de uiteinden van de curve – bestaande uit extreem prikkelrijke of juist heel prikkelarme periodes – vertraagt de tijd het meest. Daartussenin kun je uitgaan van deze ‘wet’:

Hoe meer er in je brein of me je heen gebeurt, hoe intenser de prikkels, hoe meer aandacht en verwerkingstijd er nodig is voor het brein, hoe sneller de tijd lijkt te gaan.

De paradox van tijdsbeleving
Wanneer er weinig of niets lijkt te gebeuren verstrijkt de tijd schijnbaar langzamer. In rustige omgevingen en in het donker lijkt de tijd daarom langzamer te gaan dan in werkelijkheid het geval. Hoe meer we door de omgeving of de taak voorhanden in beslag worden genomen, hoe sneller de tijd lijkt het te gaan.
Nieuwe ervaringen en onbekende omgevingen versnellen de tijd. Vergelijk een weekendje thuis maar eens met een weekendje weg in die onbekende stad. Thuis is bekend terrein, waardoor je hersenen op de automatische piloot werken; de onbekende stad is nieuw en eist je aandacht op. Maar er is ook een paradox in tijdsbeleving.

Time flies when you are having fun, maar achteraf lijkt het weekendje weg wel langer te hebben geduurd dan een standaard weekend thuis. Gebeurtenissen worden achteraf namelijk anders herinnerd dan hoe ze worden ervaren.
De tijd lijkt sneller ter gaan als je je amuseert en nieuwe ervaringen beleeft, maar achteraf herinner je je die periode als langer dan normaal. Hoe zit dat? De herinneringen aan een voorspelbaar weekendje thuis nemen weinig ruimte van jouw geheugen in beslag omdat ze lijken op al die andere weekendjes thuis. Tijdens zo’n weekendje op een nieuwe plek maakt je geheugen veel nieuwe herinneringen aan waardoor er veel meer ruimte in je geheugen wordt gebruikt. De koffie, de hotelkamer, de receptionist, de straten, de mensen die daar lopen, alles is nieuw voor je. Zo’n weekendje weg geeft niet alleen veel meer nieuwe frisse prikkels, achteraf heb je het gevoel dat dit weekend langer duurde dan normaal.

Dit verklaart ook waarom de tijd sneller lijkt te gaan als je ouder wordt. Als je jong bent, voelen veel ervaringen nog nieuw, spannend en leerzaam. Hoe ouder je bent, en hoe meer je hebt meegemaakt, hoe minder interessant die ervaringen voor je geheugen zijn. Ons geheugen is gevoelig voor het zogenaamde novelty-effect. Wij onthouden stimuli die nieuw of anders zijn veel beter dan reeds bekende stimuli.

Wil je gelukkiger zijn in het hier en nu? En ondertussen gelukkige herinneringen maken? Zoek naar activiteiten die om al jouw aandacht vragen en waarbij je elke keer iets nieuws kunt leren of ervaren. Psychologen hebben ontdekt dat de mens het gelukkigst is als hij opgaat in de activiteit waarmee hij bezig is. Psychologen noemen die toestand flow. Dansen, schilderen, surfen en suppen zijn enkele voorbeelden waarin mensen deze ‘tijdloze’ toestand ervaren. Flow ontstaat wanneer je een doel in het hier en nu voor ogen hebt dat om jouw volledige aandacht vraagt. Die focus geeft jou de mogelijkheid een te worden met wat je doet en elk gevoel van tijd te vergeten. Het gaat om een fysieke of intellectuele bezigheid, passend bij jouw skills, die het uiterste van je vraagt. Nét niet te moeilijk dus. Flow heeft in het brein min of meer dezelfde uitwerking als cocaïne. Mensen die dit soort hobby’s beoefenen, hebben daarmee een krachtig ‘geluksinstrument’ in handen. Ergens volledige aandacht voor hebben – en de tijd vergeten – maakt gelukkig.

Heb je iets aan dit bericht gehad?

Of draag je Psychologisch.nu een warm hart toe?

Misschien vind je het dan leuk om een donatie te doen!

Ja, ik doneer!
base-psy

1 reactie

  • Ben. schreef:

    Blijft de vraag , kunnen we bewust zijn van psychologische tijd ?
    Psychologisch tijd laat zich niet vangen in woorden.
    Menselijke tijd is aanduiding, is een bedenksel, afspraak.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.